Melanotaenia ogilbyi
Weber, 1910
SoortbeschrijvingMelanotaenia ogilbyi heeft een blauwachtige lichaamskleur op de flanken en rug, dat overgaat in witachtig naar beneden toe. Elke horizontale rij schubben op het blauwe gedeelte van het lichaam is gescheiden door een smalle donkere streep. De vinnen zijn blauwachtig tot doorzichtig. De voorste rand van de eerste rugvin en buitenste delen van de tweede buik- en anaalvinnen zijn donker bij de mannen. De buik- en borstvinnen zijn doorschijnend. De vis kan een maximale grootte bereiken van 10 cm, maar blijven meestal kleiner dan 8 cm.
Verspreiding en leefgebiedDe soort kan gevonden worden in zijriviertjes van de Lorentz River en stromen ten noorden van Timika, West-Papoea. De vis werd voor het eerst gevangen uit de Noord-Fluss River door de Nederlandse ondekkingsreiziger Hendrikus Albertus Lorentz tijdens een expeditie in 1907. De Noord-Fluss River werd later hernoemd naar de Lorentz River naar dr. Lorentz. Lorentz nam deel aan drie expedities in Nederlands-Nieuw-Guinea (tegenwoordig West-Papoea), het westelijke gedeelte van Nieuw-Guinea. De eerste expeditie vond plaats in 1903 en werd geleid door A. Wichmann. Lorentz leidde expedities in 1907 en 1909-1910. De Lorentz River is een van de grote, langzaamstromende rivieren van de zuidelijke laaglanden in West-Papoea en mondt uit in de Arafura Zee vlakbij Agats. De rivier loopt door verschillende grote waterrijke habitats inclusief zoetwater moerasbos, veenmoeras bos en mangrovebos. In 1995 verzamelde Gerald Allen exemplaren in de nabijheid van Timika. Ze worden vaak samen gevonden met Melanotaenia goldiei en Pseudomugil novaeguineae.
OpmerkingenDeze soort is momenteel niet beschikbaar in de internationale aquariumhobby. Zij zijn echter lokaal wel gehouden: “Deze soort wordt enigszins onderschat. In tegenstelling tot andere regenboogsoorten zijn ze niet zo kleurrijk. Maar onder de juiste belichting komen mooie en subtiele blauwe en zelfs rode kleuren tevoorschijn. Eenmaal volwassen ontwikkelen ze ook prachtige markeringen op hun vinnen dat ze een echte aanwinst voor het aquarium maken. Ze lijken van vergelijkbare habitats als de Melanotaenia splendida rubrostriata te houden, maar in kleinere kreken talrijker. Dat gezegd hebbende zijn ze in de afgelopen jaren moeilijker te vinden in dit gebied. In sommige gebieden waar ik ze geregeld tegenkwam kan ik ze niet meer vinden.” Iain Wilson (2005)
Literatuur- Allen, G.R. (1991) Field guide to the freshwater fishes of New Guinea. Christensen Research Institute, Madang, Papua New Guinea. - Weber, M. (1910). Neue Fische aus Niederländisch Süd-Neu-Guinea. Notes from the Leyden Museum 32: 225-240. Bron: Home of the Rainbowfish Auteur: Adrian R. Tappin Vertaling: J. de Lange |